Sunday, November 1, 2015

Treurdicht

De hemel gaat onder in het westen
De glorie van de zon is voorbij
Schor neemt een duif afscheid
Terwijl talloze zangvogels in de haag
De avondstond in refrein verwelkomen
Het taxushout verroert zich niet
Geen licht dat overhangt en rust op de verweerde stenen
Die de rustplaatsen van de doden aanduiden

De wandelaars haasten zich, stemmen gesmoord;
Als schaduwen groeien, in stil ontzag
Is er geen blad dat zich verroert
De lucht is kalm, de mensheid is moe
Evenzo, vermoeid van het bloeien,
Sluiten de madeliefjes hun met roze omzoomde bloembladeren

De spinnen bewegen zich niet meer
Dwars doorheen de wirwar van vaalbruin gras
Iedere mier heeft zich al lang uit de voeten gemaakt
En zwerft niet langer in de velden
De klaverblaadjes vouwen zich langzaam toe
De bijen verzamelen zich in hun nesten
Geen blij gezoem dat achterblijft
Om het plechtige, toenemende donker aan te sporen

- De ramen van de kerk zijn donker,
De eiken deur is toe en afgesloten;
Het ziet ernaar uit dat voorbijgangers terug moeten keren of
zich wenden tot de volgende dag als ze God zoeken -

Stil liggen beneden
Het golvende gras van de tuin
Mannen en vrouwen, die ooit ademden
En de zon zagen ondergaan, en opgaan,
Die eens voorbij deze stenen liepen.
- misschien rond deze tijd, als de wereld
Onbewust de eens geliefden en geliefde slapers
Een weifelende en trieste goedenacht lijkt te zeggen